De benadering via de stroombekkens

Water heeft het landschap vormgegeven, de landschappen geven het waterbeleid vorm

-terugkeer naar de Programma van het Forum

De stad is haar natuurlijke en oorspronkelijke geogra ?e voor een groot deel vergeten. Water heeft nochtans een doorslaggevende rol gespeeld in de vorming van het heuvelachtige Brusselse landschap. Op deze aardrijkskundige onderlaag is er echter een stedelijke laag van gebouwen en sociaal leven komen te liggen, met hetwelke het een geheel vormt maar door hetwelk het ook deels wordt afgesluierd.

In een stad waar de grond steeds minder water doorlaat, heeft in Brussel het begrip stroombekken bij belangrijke overstromingen enorm aan belang gewonnen. Er werd onder andere gesproken over solidariteit tussen stroombekkens, wat erop wijst hoezeer de inwoners van de top en van het dal van de vallei van elkaar afhangen. Water stroomt altijd van boven naar onder en vloeit samen in een uitweg, de waterloop, openlucht of niet, die bij hevige regen uit zijn bedding of zijn waterleiding kan treden.

Water houdt binnen deze geogra ?sche ruimte geen rekening met grenzen, zij het die van percelen of die van de administratie. Het begrip stroombekken (en bij uitbreiding helling) wijst dus op een bijzondere band tussen de natuurlijke geogra ?sche laag, het water, de gebouwen en de inwoners of andere gebruikers van de stad. Het is een ruimte waarin de watercycli kunnen worden begrepen. Het is de hydrogra ?sche eenheid die het dichtst bij de inwoners staat en waarop men een greep kan hebben.

In elk stroombekken kan een speci ?eke kennis ontstaan en aanleiding geven tot bepaalde acties : een diagnose van water en haar stroming, een kennis van de geschiedenis van de plekken die met water verbonden zijn, de vorm en de kwaliteit van de lokale riolering, de geologie, de plekken waar water kan insijpelen, de manier waarop solidariteit binnen en tussen stroombekkens kan worden gecreëerd, enz.

De verschillende polen van deze kennis worden door verschillende actoren gedragen en met elkaar in verband gebracht. De dialoog tussen deze elementen kan een voedingsbodem vormen voor collectieve intelligentie. Ze komen zowel van de overheden, de wateroperatoren en de universitairen, als van wat we meestal de burgermaatschappij (wijkcomités, milieubeschermingverenigingen, onderzoekers allerhande, enz.) noemen.

Naast de waterkwestie als dusdanig, zijn er voor het begrip stroombekken in de dialoog tussen stad en natuur ook andere voordelen te vinden, namelijk dat men stedelijke sites vanuit meer precieze inzetten van ‘ontwikkeling’, zoals het klimaatbeheer, de mobiliteit, de landschappen enz., kan gaan bepalen. Door aan de basis van de stroombekkens te werken, gaan het water en de stad een zeer oude band aan die nog steeds in de aardrijkskunde geschreven staat, maar vergeten werd. Hiermee wordt een cyclus van nadenken en actie ondernemen opgestart, die samenloopt met tal van onderwerpen binnen een stad die op weg is naar een meer evenwichtige ontwikkeling van de ecologische, sociale en economische omgeving.

Als water de ideale manier is om een dynamiek per stroombekken (of vallei) op gang te brengen, is het ook perfect om andere thema’s rond ecologische transitiesteden aan te snijden. We kunnen ons dan ook inbeelden dat de benadering via stroombekkens zich in de toekomst verder voorbij de waterkwesties zal ontwikkelen.